Biography (Dutch)

Er is ontzettend veel geschreven over het werk en leven van de vader van het existentialisme. Een man die van invloed is geweest op grote denkers, theologen en literaire grootheden zoals Sartre, Kafka, Camus, Nietzsche, Barth en vele anderen.  Kierkegaard schreef over alles wat hem bezig hield. Naast een grote serie aan filosofische werken schreef hij duizenden pagina’s in zijn dagboeken.

Ik wil de lezer slechts enkele korte feiten schetsen van zijn leven en daarna in het kort enkele thema’s uit zijn werk noemen. Het is onmogelijk om een volledig beeld te creëren. Een selectie is daarom noodzakelijk. Voor de beginnende lezer zijn enkele leestips toegevoegd.

Korte schets van Kierkgegaards leven
Sören Aabye Kierkegaard werd op 5 mei 1813 te Kopenhagen geboren. Hij was het laatste en zevende kind in het gezin en stamde uit het tweede huwelijk van zijn vader. Vrijwel alle kinderen stierven voordat ze de leeftijd van 35 bereikten. Alleen broer Peter bleeft langer in leven dan Sören. Vader Michael Pederson Kierkegaard droeg een zware last mee vanuit zijn jeugd. Vanwege zijn ellendig bestaan heeft hij als kind, tijdens het hoeden van schapen op de hei, God vervloekt. Dit zorgde regelematig voor zwaarmoedige buien. Vader Michael was echter een uitstekend zakenman die door slimme beleggingen veel geld wist te verdienen. Finaniceel kwam het gezin niets tekort. De Godsvervloeking bleef echter als een wolk boven het ouderlijk huis van Kierkegaard hangen. Vader schreef de vroege dood van vijf van zijn kinderen toe aan deze misstap uit zijn vroege jaren. Kierkegaard heeft behoorlijke trekken van deze melancholie van zijn vader overgenomen. Tegelijkertijd moet iets hem een enorme bron van inspiratie gegeven hebben, want er zijn maar weinigen op deze wereld die zoveel in zo korte tijd geschreven hebben als Kierkegaard.

Over Kierkegaards kinderjaren is relatief weinig bekend. We weten wel dat hij op jonge leeftijd belijdenis deed. Dit gebeurde op 20 april 1828, hij was op dat moment 14 jaar. Twee jaar later op 30 oktober 1830 schrijft hij zich in bij de universiteit. In de jaren die volgen sterft echter het ene na het andere familielid.

  • Op 10 september 1832 sterft zijn zus Nicoline op 33 jarige leeftijd.
  • Op 21 september 1833 sterft zijn broer Niels op 24 jarige leeftijd.
  • In het jaar erop op 31 juli sterft zijn moeder.
  • Op 29 december van hetzelfde rampjaar 1834 sterft zijn zus Petrea. Ze was toen 33 jaar oud.

In 1836 was er een gelukkiger gebeurtenis, broer Peter trouwde op 21 oktober met Marie Boisen. Vervolgens heeft Kierkegaard in mei 1837 zijn eerste ontmoeting met Regine Olsen, die een belangrijke rol in zijn schrijversleven zou gaan betekenen. Echter, op 18 juli datzelfde jaar sterft Marie Boisen. Men kan zich voorstellen dat melancholie niet vreemd was in deze familie. In de teksten is hier weinig van terug te vinden, maar het is zeer aannemelijk dat het Kierkegaard hierdoor als student beïnvloed werd. Hij kwam niet veel verder in zijn studie en hield meer van feesten en uitgaan. Door het losse leven en de gemakkelijk houding van Kierkegaard ontstond er een breuk met zijn vader, die gehoopt had dat Kierkegaard het ver zou schoppen binnen de kerkelijk orde. Op 10 juli 1838 verzoent hij zich met zijn vader en stort zich vol overgave in zijn studie. Zijn vader mocht het resultaat niet meer meemaken, want Michael Peterson Kierkegaard stierf in datzelfde jaar op 8 augustus. Het overlijden van zijn vader heeft Kierkegaard zeer geraakt.

Het intellect van Kierkegaard wordt zichtbaar door met name het tempo van zijn ontwikkeling. Twee jaar later studeert Cum Laude af. Enkele maanden na zijn afstuderen verlooft hij zich met Regine Olsen. Nog geen jaar later stuurt hij op 11 augustus de ring terug en verbreekt in oktober 1841 definitief de verloving. Zijn omgeving reageert geschokt en kan het niet begrijpen. Kierkegaard zelf, is in zijn geschriften dubbel geweest over zijn verhouding tot Regine. Wat in ieder geval vast staat is dat de verbroken verhouding met haar van grote invloed is geweest op het schrijverschap van deze Deen.

Kierkegaard zakte op 2 oktober 1855 op straat in elkaar en wordt in het Frederikshospitaal opgenomen. Hij sterft een maand later op 11 november en wordt op 18 november in het familiegraf begraven.

Korte inleiding op zijn werk
Kierkegaard was er volgens Etienne Kuypers (1988) in zijn werk op gericht om de concrete mens met al zijn mogelijkheden in zijn existentie te beschrijven en te verstaan. Hij was van mening dat de mens zo ontheven is aan zijn eigen leven, dat hij ternauwernood weet heeft van zijn bestaan. De mens durft niet meer te filosoferen over zichzelf. Kierkegaard vond dat een bevrijding van de leefwereld, van onderwerping en dogmatiek alleen tot stand gebracht kon worden als er existentiële veranderingen plaatsvinden. Kierkegaard zag het bestaan als een permanent proces, waarbij de mens steeds opnieuw wordt uitgedaagd om zijn lot in eigen hand te nemen, om zo werkelijk te existeren. Hij bedoelde hiermee wel betrokken en hartstochtelijke keuzes. Kierkegaard werkt zijn levensvisie uit in drie niveaus: het esthetische, het ethische en het religieuze stadium. Kuypers omschrijft in enkele kernachtige zinnen wat dit betekent. De mens die leeft in de onmiddelijkheid van zijn bestaan is de estheticus, de ethicus maakt een fundamentele keuze voor een bewust bestaan en in het religieuze stadium voelt het individu zich verbonden met een geheel. Kierkegaard zag het als een verticaal ontwikkelingsproces, waarin het ene stadium in het andere opgaat, zonder het voorgaande volledig te verlaten.

Bernard Delfgauw (1995) schreef dat Kierkegaard enerzijds streed voor een waarachtige opvatting van het christendom en anderzijds streed tegen de systematische wijsbegeerte en theologie. Kierkegaard was van mening, dat iedere systematiek een vervorming betekent van de werkelijkheid, dat geen enkele systematiek recht kan doen aan het concreet individuele, dat tenslotte het enig werkelijke is. Alleen de subjectiviteit is de werkelijke existentie. Kierkegaard werd hier door geïnspireerd door Aristoteles.
De drie niveaus komen ook bij Delfgauw terug. Hij omschrijft dat het tegengestelde levenshoudingen zijn en dat men enkel met een sprong in een ander niveau kan komen. Hij benoemt dat het ethisch stadium alleen bereikt kan worden voor degene die het esthetisch stadium doorlopen heeft. Op het hoogtepunt van de vertwijfeling in dit stadium kan de mens de sprong naar het volgende stadium wagen.

Hieronder enkele werken die Kierkegaard, al dan niet onder pseudoniem, publiceerde:

  • 20 september 1841, verdediging van zijn proefschrift ‘Over het begrip Ironie’, 300 p.
  • 20 februari 1843, ‘Het Eén of het Ander’ (Of/Of), 838 p.
  • 16 oktober 1843, ‘Vrees en Beven’, 135 p.
  • 1843, ‘De Herhaling’, 157 p.
  • 13 juni 1844, ‘Wijsgerige Kruimels’, 164 p.
  • 17 juni 1844, ‘Het Begrip Angst’, 184 p.
  • 30 april 1845, ‘Stadia op de Levensweg’, 391 p.
  • 27 februari 1846, ‘Afsluitend Onwetenschappelijk Naschrift’, 494 p.
  • 29 september 1847, ‘Daden van Naastenliefde’, 429 p.
  • 26 april 1848, ‘Christelijke Toespraken’, 350 p.
  • 30 juli 1849, ‘Ziekte tot de Dood’, 142 p.
  • 27 september 1850, ‘Oefening in het Christendom’, 237 p.
  • 10 september 1851, ‘Tot zelfonderzoek, mijn tijdgenoten aanbevolen’, 175 p.

Uiteraard is deze lijst niet volledig, maar het zijn hoofdpunten die door hun rappe tempo in het oog springen. Los van deze grotere werken heeft Kierkegaard talloze stichtelijke toespraken en ander commentaar geschreven wat in tijdschriften is gepubliceerd.

Leestips

Voor degenen die Kierkegaard nog niet zo goed kennen kan ik de volgende boeken aanbevelen. De meeste zijn nog wel te verkrijgen in de boekhandel of antiquariaat.

Kopstukken uit de filosofie ‘Kierkegaard’
‘Wilde Ganzen’, dagboeknotities 1846-1855
‘Kierkegaard’ van Bernard Delfgauw (1995)
‘Vrijheid en Ironie, Kierkegaards ethiek van de zelfwording’ door Cyril Lansink (1997).
‘Sören Kierkegaard, een indruk van zijn leven en denken’ door M. Rhijn (1972).
‘Sören Kierkegaard, een biografische schets’ door Maria Veltman (1987).